MONNIKSGIER
Aegypius monachus
Onmisbaar in de natuur
Dankzij hun sterke snavel kunnen monniksgieren de dikke huid van karkassen open krijgen. Pas als de monniksgieren hun deel hebben gehad, zijn de andere aaseters aan de beurt. Omdat ze zo’n groot deel van het zachte vlees eten zorgen ze er samen voor dat ziektes zich niet vanaf de dode dieren kunnen verspreiden. Gieren zijn als aaseters dus belangrijke ‘opruimers’ van de natuur.
Leefgebied
Monniksgieren komen voor in Europa, het Midden-Oosten en Azië. Ze leven vooral in uitgestrekte, rotsachtige gebieden zoals bergen met open bossen en steppes en droge valleien. Hun leefgebied ligt vaak op grotere hoogte, in Azië wel tot 4.500m.
Wist je dat monniksgieren… Het grootste deel van de tijd zweven omdat vliegen voor hen vermoeiend is?
Brede vleugels
Om kadavers te vinden, moeten monniksgieren grote afstanden overbruggen. Vliegen is vermoeiend. Daarom zweven monniksgieren het grootste deel van de tijd. Hun bijna 3 meter brede vleugels helpen hierbij. Monniksgieren zijn de op één na grootste vliegende vogel ter wereld, alleen de Andes condor is groter.
Enorme nesten
Monniksgieren bouwen hun nesten in bomen of op rotsen, veilig voor roofdieren. De nesten hebben een enorm formaat en zijn vaak wel 2,5 meter! Ze gebruiken elk jaar hetzelfde nest en breiden het uit, waardoor het steeds groter kan worden. Voor de bouw gebruiken ze takken, dennennaalden, stokken en soms zelfs afval. Rond februari legt het vrouwtje één ei waarna beide ouders beginnen met broeden. Na ongeveer 2 maanden wordt het kuiken geboren.
Hulp voor gieren
Wereldwijd gaat het aantal monniksgieren hard achteruit. Vergiftiging, hoogspanningsmasten en windturbines vormen een groot gevaar. Ook is er in bepaalde gebieden een voedseltekort omdat dode dieren uit het gebied worden verwijderd. Met wetgeving en educatie wordt geprobeerd om de leefomstandigheden in het wild te verbeteren. In Europa worden monniksgieren vanuit diverse dierentuinen uitgezet in veilige gebieden. Sommige gieren krijgen een zender zodat onderzoekers ze kunnen volgen.
EEP | Managementprogramma
Het EAZA Ex situ Program (EEP) is een Europees managementprogramma voor (bedreigde) diersoorten. Binnen de EEP’s wisselen EAZA dierentuin hun dieren actief uit met elkaar. Zo kunnen we een genetisch gezonde populatie behouden. Daarnaast werken we ook samen op het gebied van educatie, onderzoek en natuurbehoud.
De monniksgieren in GaiaZOO zijn onderdeel van het Europees managementprogramma. In GaiaZOO leven jonge monniksgieren. Als de vogels over een aantal jaar geslachtsrijp zijn, verhuizen ze op advies van het EEP naar een zogenaamde ‘dating volière’. In deze volière leven meerdere jonge monniksgieren (mannen en vrouwen) samen die genetisch goed bij elkaar passen. De vogels kunnen vervolgens zelf een partner uitzoeken.