KUNEKUNE VARKEN
Kunekune varkens zijn echte grazers en wroeten bijna niet. Hierdoor houden ze het landschap open, maar kunnen planten wel blijven groeien. Deze eigenschap heeft ervoor gezorgd dat ze in de Limburgse groeve Blom worden ingezet voor natuurbeheer. De bedreigde geelbuikvuurpad heeft veel baat bij een kortgehouden landschap!
Nieuw-Zeeland
Rond 1900 werden kunekune varkens vooral gevonden bij Maorische gemeenschappen. Kunekune varkens (spreek je uit als ‘koenie koenie’) zijn een klein varkensras. In het Maori, de inheemse taal van Nieuw-Zeeland, betekent hun naam ‘vet en rond’. Ze waren geliefd voor hun rustige karakter en om de eigenschap dat ze altijd in de buurt blijven. Ook waren ze erg waardevol door hun grote hoeveelheid vlees en vet. De Maori’s gebruikten het vet van de kunekune om voedsel te preserveren.
Slagtanden
Net als vele andere varkens kunnen kunekune varkens slagtanden (vergrote hoektanden) hebben. Deze kunnen ongeveer 4cm lang worden. Niet alle kunekune’s hebben slagtanden, sommige dieren worden zonder deze vergrote hoektanden geboren.