Vogels leren vliegen
Sinds mijn kinderjaren ben ik gefascineerd door vogels. Ik weet niet wat het is, maar alles met pluimen vind ik geweldig. Ik ben opgegroeid midden in het bos, daar hadden mijn ouders een jeugdherberg. Ik was altijd buiten en had nauwelijks schoolvriendjes. Wel had ik een tamme kraai, die vloog altijd een stuk met me mee als ik naar school fietste. Toen ik eens een havik een reiger aan zag vallen, wist ik wat ik later wilde worden; valkenier! In de jeugdherberg logeerde een keer een man met een woestijnbuizerd. Hij ging in Domein Bokrijk als valkenier aan de slag. Ik volgde hem overal en heb hem als vakantiebaantje geholpen. Dat is nu alweer 22 jaar geleden.
Wim Huygen
Inmiddels heb ik op allerlei plaatsen gevlogen met vogels, in België, Engeland, Frankrijk, maar sinds 2008 werk ik ook in GaiaZOO. Ik vind het educatief concept van GaiaZOO heel bijzonder. Het vak valkenier kent verschillende kanten. Ik heb veel met roofvogels gevlogen op vuilstortplaatsen, om daar de overlast van bijvoorbeeld kraaien of meeuwen te beperken. Ook heb ik in Engeland met steenarenden op hazen gejaagd. Ik vond het heerlijk om zo midden in de natuur te zijn en de vogel te zien jagen. Maar nog mooier vind ik het om zoveel mogelijk mensen te laten zien hoe bijzonder en hoe verschillend roofvogels zijn. Zes jaar geleden begonnen we met de presentaties bij de dinowand van ‘GaiaPark’, in het gebied waar nu de leeuwen leven. Sinds 2011 vliegen de vogels in de GaiArenA. Per voorstelling kunnen daar maar liefst 500 mensen genieten van de vliegkunsten van de vogels. Elke vogelsoort heeft zijn eigen bijzonderheden. Ze zijn perfect aangepast aan hun leefomgeving en voedselbron. Uilen hebben bijvoorbeeld speciale franjerandjes aan hun vleugelveren om ervoor te zorgen dat ze geruisloos kunnen vliegen. Dan horen de prooien waar ze op jagen hen niet in het donker. En gieren hebben hele brede vleugels zodat ze goed kunnen zweven op de warme luchtstromen. Met hun goede ogen kunnen ze kadavers van kilometers hoog in de lucht opsporen. Voor mij als valkenier is het een uitdaging om elke vogel zodanig te laten vliegen, dat het publiek ook kan zien en ervaren wat de specialiteit van elke vogelsoort is. Elk jaar probeer ik in de demonstratie in GaiaZOO weer wat nieuws te laten zien, of met een andere vogelsoort te vliegen.
Oefenen
Dit voorjaar is er een nieuw onderkomen gebouwd voor de vogels die in de voorstellingen meedoen. Ze hebben mooie ruime verblijven waar ze met meerdere vogels bij elkaar zitten. Wanneer ik de deur open maak, vliegen ze zo de GaiArenA in. Dat klinkt heel simpel, maar het duurt toch altijd enkele weken voordat de vogels hier allemaal weer aan gewend zijn. Ze moeten nu namelijk vanaf een ander punt vertrekken voordat ze in de GaiArenA terecht komen en daar na afloop ook weer naar terugvliegen. De ene vogel leert dat sneller dan de ander. Zo blijft één van de gieren bijvoorbeeld nog steeds naar zijn oude onderkomen vliegen (daar waar nu het nieuwe Parkieten Paradijs staat), terwijl de andere vogels het al na een paar dagen door hadden. En zo werkt het eigenlijk met alles wat je nieuw wilt doen. Als je met vogels werkt, moet je er heel veel tijd in kunnen steken en ook veel geduld hebben (maar dat is met alle dieren natuurlijk zo).

Het grootste deel van de dag ben ik bezig met het verzorgen van de vogels: eten geven, de verblijven schoonmaken en dan natuurlijk de voorstellingen die er elke dag zijn in de GaiArenA (dagelijks om 12.00 en 15.00 uur t/m 31 okt.). Buiten de openingstijden van GaiaZOO trainen we de vogels om ze ‘gewoon te maken’ met de nieuwe vliegroute. Maar ook om met meerdere vogels tegelijk te vliegen. Sinds dit jaar vliegen de kappengieren bijvoorbeeld samen, maar ook de grote gieren en de woestijnbuizerds. Daar kwamen we nog verassende dingen tegen, leuke en minder leuke. Zo wilde ik bijvoorbeeld graag de witruggier, twee vale gieren en de Ruppells’ gier alle vier tegelijk laten vliegen. Maar de Ruppells’ gier blijkt veel te dominant te zijn. Hij valt de andere aan. En dat terwijl ze gewoon samen hun verblijf delen. Maar als er voedsel in de buurt is, reageert hij agressief naar de anderen. Eigenlijk is dat ook niet zo gek, want in de natuur is deze grote gier ook de sterkste en jaagt hij ook andere gieren van een kadaver weg. Wist je dat zijn sterke snavel zelfs botten kan kraken? In de natuur zijn de kleine kappengieren vaak als eerste bij een karkas, maar hun snavel is niet sterk genoeg om door de huid te komen. Dan moeten ze wachten tot de grote gieren er zijn voordat zij ook kunnen gaan eten. Ik vind het mooi om te zien hoe die relaties in de natuur liggen. Dat zie je ook goed als de drie woestijnbuizerds tegelijkertijd vliegen. In het wild leven deze buizerds vaak in familiegroepen en gaan ze samen op jacht. Als ze in de demonstratie samen vliegen, zie je ook dat ze perfect op elkaar reageren. Dan vliegen ze veel spectaculairder dan wanneer ze in hun eentje vliegen. Laatst maakte er zelfs eentje een looping!
Naast het nieuwe verblijf hebben we dit jaar ook een andere uitdaging erbij. We hebben namelijk jonge vogels toegevoegd aan de presentatie. Een aantal witte ooievaars, een groepje heilige ibissen en een Waldrapp ibis. Met jonge dieren is het net zoals met mensenbaby’s. Ze moeten elke paar uur eten. Vooral met ooievaars is dat belangrijk. Deze vogels groeien in de natuur binnen zes weken uit van een kuikentje van 60 gram tot een volwassen gewicht van ruim drie kilo. Als je zo’n vogel grootbrengt, krijg je pas echt respect voor de oudervogels. Die moeten de hele dag af en aan vliegen om de jongen in leven te houden. Zelf moest ik de wekker zetten om de ooievaar kuikens op tijd hun ontbijt te kunnen geven. Ik vind het dan extra bijzonder dat die drie wilde jonge ooievaars in GaiaZOO dit jaar groot zijn geworden. Als je jonge vogels zonder hun ouders of andere volwassen soortgenoten groot brengt, dan volgen ze je letterlijk overal. Maar het vliegen moeten ze toch echt zelf leren. Ik vind het mooi om te zien dat ze dat helemaal uit zichzelf doen. De natuur heeft dat er gewoon in geprogrammeerd. De jonge ooievaars zijn nu op het punt dat ze elke dag een paar stukjes vliegen. We lopen dan met ze naar de oerossenweide, waar ze vervolgens een paar rondjes overheen vliegen. Maar na 10-15 minuten worden ze moe en lopen ze vanzelf weer naar hun verblijf toe. Ze moeten dus eerst conditie opbouwen voordat ze een stukje kunnen vliegen. Als je dat van dichtbij meemaakt, kun je je bijna niet voorstellen hoe wilde vogels dat voor elkaar krijgen. De jongen moeten namelijk binnen een maand of vier nadat ze uit het ei zijn gekropen al een trektocht van duizenden kilometers kunnen maken, om helemaal in Afrika te overwinteren. Dan snap je hoe belangrijk het is dat ze snel groeien en eerst een paar weken moeten oefenen en conditie op bouwen, voor ze naar Afrika vertrekken.
Leren vliegen
De jonge heilige ibissen en de Waldrapp ibis zitten samen in de volière waar tot voor kort de raven van GaiaZOO te zien waren. De technische dienst heeft daar nu een deurtje in gemaakt, waar we de ibissen uit kunnen laten lopen. Dan moeten we ze vervolgens leren om vanaf daar naar de GaiArenA te vliegen. Op zich is dat natuurlijk helemaal niet ver; ze hoeven alleen maar het pad over te steken. Maar omdat ze tegen de achterkant van de hoge tribune aankijken, kunnen ze helemaal niet zien waar ze heen gaan. Dan is het toch weer een hele uitdaging voor ze om dat te leren – en voor ons als valkenier!
Leren vliegen en naar de juiste punten vliegen is trouwens nog maar één kant van de voorstelling. De vogels moeten ook allemaal stuk voor stuk leren dat ze zich niet af laten leiden door alle bezoekers in de GaiArenA. Ook buggy’s, kinderwagens, paraplu’s, huilende kinderen, het applaus en alle andere zaken die tijdens de demonstraties aan de orde van de dag zijn, moeten gewoon voor hen worden. Om de kans op onvoorziene situaties zoveel mogelijk te beperken, is het bijvoorbeeld ook niet toegestaan om te eten in de GaiArenA en verzoek ik de bezoekers altijd dringend om stil te blijven zitten en geen handen in de lucht te steken. Als je met dieren werkt weet je nooit hoe ze reageren of wat er kan gebeuren. Daarom hebben de vogels ook een zendertje om. Mocht er eentje om wat voor reden dan ook wegvliegen, dan kunnen we deze met een antenne weer terugvinden.
Concentreren
Tip
Ook voor bezoekers die de vogeldemonstratie in GaiaZOO al eerder gezien hebben blijft een bezoek aan de GaiArenA leuk en leerzaam. Sinds kort vliegen twee Siberische oehoes mee in de demonstraties en ook vliegen de grote gieren weer regelmatig naar de hoge toren in de wei van de oerossen. Vanaf 25 augustus proberen we ook de ibissen mee te laten doen in de demonstratie. Bovendien is een nieuw educatief verhaal opgesteld, met allerlei leuke wetenswaardigheden over de vogels die tijdens de demonstratie te zien zijn. Wanneer de jonge ooievaars mee gaan doen blijft nog even een verrassing, maar daar houden we je via de website en sociale media van op de hoogte.
