TURKSE TORTEL
Streptopelia decaocto
De Turkse tortel kan zich heel goed aan verschillende leefomstandigheden aanpassen. Overal waar hij ‘voet aan de grond zet’, weet de vogel zich binnen 2 jaar succes voort te planten. In 1900 broedde de Turkse tortel alleen in Turkije, maar vanuit daar verspreidde hij zich via de Balkan naar de rest van Europa. Hij is zelfs tot Amerika gekomen omdat dieren die als huisdier werden gehouden zijn ontsnapt.
Daarnaast vinden de jongen makkelijk op eigen kracht nieuw leefgebied. Ze verspreiden zich meestal tot 300km van hun ouderlijk nest, sommige zelfs 1000km!

Leefgebied
De Turkse tortel leeft vaak in de buurt van mensen en is te zien in vele tuinen, parken en steden. Van oorsprong komt de Turkse tortel niet uit Turkije, maar uit India, Bangladesh en Myanmar.

Blijven broeden
Het nest van Turkse tortels is gemaakt van takken en twijgen. Meestal bouwen ze hun nest in een conifeer of loofboom met klimop. Tussen februari en november kunnen vrouwtjes wel vijf keer jongen groot brengen! Na een paar maanden kunnen de jongen uit het eerste legsel zichzelf alweer voortplanten. Deze voortplantingstactiek zie je vaker bij vogelsoorten die door het seizoen nesten of kuikens verliezen.
