Zaadjes planten
Roodgezicht slingerapen eten de vruchten van ruim 170 boomsoorten. Ze houden alleen van rijpe vruchten. Omdat het fruit niet allemaal tegelijkertijd rijp is, trekken ze in kleine groepjes door hun territorium. Onbewust verspreiden ze zo de zaden van bijna 150 boomsoorten. Van een deel van de planten kraken ze de zaden om op eten. Zo helpen ze dus zelf een handje bij het in stand houden van hun leefgebied!

Leefgebied
Roodgezicht slingerapen komen voor in tropisch regenwoud en leven daar vooral hoog in de boomtoppen.

Vijfde hand
Van alle primaten hebben roodgezicht slingerapen de sterkste staart! Deze staart is dan ook eigenlijk een soort 5e hand voor de slingeraap. Hij kan er met gemak aan hangen of mee van tak naar tak slingeren! Ook kunnen ze met hun staart voorwerpen vastgrijpen, waar ze met hun armen niet bij kunnen. Het uiteinde van de staart is aan de binnenkant kaal, zodat ze er nog beter grip mee hebben.

Leven in de bomen
Een groot deel van de tijd leven roodgezicht slingerapen in groepen. Alleen wanneer er minder voedsel aanwezig is, splitsen ze zich in kleine groepen van 3-4 dieren. Heel soms gaan ze zelfs alleen op pad. Roodgezicht slingerapen verplaatsen zich door de hoogste lagen van de woudreuzen in het Amazonewoud. Ze komen nauwelijks in de ondergroei of op de grond. Als ze zich boven door het bladerdak verplaatsen, hangen en slingeren ze vooral aan hun armen, benen en staart
Ontbossing en jacht
Verlies leefgebied door ontbossing vanwege landbouw en de aanleg van mijnen zijn de grootste bedreigingen voor de roodgezicht slingeraap. De uitgedunde stukken bos maken het ook makkelijker voor stropers om op de dieren te jagen. Jonge roodgezicht slingerapen worden illegaal verkocht als huisdier.
Of een diersoort bedreigd is en hoe erg, wordt bepaald door de wereldwijde organisatie voor natuur: de Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN). Zij geven op de zogenaamde ‘Rode Lijst’ aan of plant- en diersoorten wel of niet worden bedreigd. De Braziliaanse tapir heeft de status ‘kwetsbaar’. Dat betekent dat hun aantal achteruit gaat en de soort het risico loopt om bedreigd te worden.

EEP | Managementprogramma
Het EAZA Ex situ Program (EEP) is een Europees managementprogramma voor (bedreigde) diersoorten. Binnen de EEP’s wisselen EAZA dierentuin hun dieren actief uit met elkaar. Zo kunnen we een genetisch gezonde populatie behouden. Daarnaast werken we ook samen op het gebied van educatie, onderzoek en natuurbehoud.
De roodgezicht slingerapen die in GaiaZOO leven zijn onderdeel van het Europees managementprogramma.
