KOEREIGER
Bubulcus ibis
Ossendrijver
Koereigers leven vaak in de buurt van grotere hoefdieren zoals neushoorns, zebra’s, nijlpaarden, giraffes, antilopen, maar ook vee. De grote grazers jagen insecten op waar de koereiger graag gebruik van maakt, want insecten zijn hun lievelingskostje! Ze speuren ernaar vanaf de grond of vanaf de rug van de hoefdieren. Dankzij de aanwezigheid van deze grazers, kan de koereiger met minder energie 50% meer voedsel bemachtigen! Wist je dat de Latijnse naam bubulcus van de koereiger ‘ossendrijver’ betekent?
Leefgebied
Koereigers leven op grasvlakten zoals weiden, halfdroge steppe, kunstmatige graslanden, maar ook nabij ondiepe moerassen, rijstvelden en mangroves.
Gezellig samen
Koereigers leven samen in groepen. Als er veel voedsel is, lopen ze vaak met honderden tot wel duizend bij elkaar! Ook de nacht brengen ze samen door, veilig in een boom. Hoewel tijdens het broedseizoen koppeltjes vormen, maken koereigers hun nesten heel dicht bij elkaar. Een broedkolonie kan uit wel 10.000 nesten bestaan! Ze bouwen hun takkennesten in bomen. Tijdens het broeden blijven ze hun nest uitbreiden, waarbij ze soms ook takken van hun buren stelen.
Bruidskleed
Het verenkleed van koereigers is volledig spierwit. Maar zodra het broedseizoen begint, krijgen zowel man als vrouw franjeachtige, donkergele veren op rug, buik en kop. Voordat de paartjes vormen maken mannetjes elk een territorium. Daar baltsen ze uitgebreid om een groepje vrouwtjes aan te trekken. Elk mannetje kiest één vrouwtje. Om de paarband te versterken, begroeten de partners elkaar elke keer op het nest: ze steken de gele veren op hun rug omhoog en leggen de kuifveren plat.