Oren gespitst
De oren van een grootoorvos kunnen wel 14cm lang worden. De grote oorschelp helpt om af te koelen op warme dagen. Ook het binnenoor is erg groot, waardoor ze een uitstekend gehoor hebben. Grootoorvossen zijn afhankelijk van hun gehoor om eten te vinden. Het zijn namelijk gespecialiseerde insecteneters. Dankzij hun goede gehoor kunnen ze insecten onder de grond horen kruipen. Grootoorvossen hebben zelfs een aangepast gebit en kunnen 5 keer per seconden kauwen om insecten snel te verslinden.
Leefgebied
De grootoorvos leeft in gebieden die bestaan uit dorre graslanden en savannes met struikgewas.
EEP | Managementprogramma
Het EAZA Ex situ Program (EEP) is een Europees managementprogramma voor (bedreigde) diersoorten. Binnen de EEP’s wisselen EAZA dierentuin hun dieren actief uit met elkaar. Zo kunnen we een genetisch gezonde populatie behouden. Daarnaast werken we ook samen op het gebied van educatie, onderzoek en natuurbehoud.
De grootoorvossen in GaiaZOO zijn onderdeel van het EEP managementprogramma. Diverse jongen zijn verhuisd naar andere Europese dierentuinen.
Wist je dat! De grootoorvossen zelf ook alert blijven omdat zij een gewilde prooi zijn voor jakhalzen en roofvogels?
Een miljoen termieten
Termieten vormen een belangrijke voedselbron voor veel dieren op de savanne. De grootoorvos is perfect aangepast op het vangen van deze kleine insecten. Eén grootoorvos kan in een jaar ruim een miljoen termieten eten! Zo helpen ze mee om de aantallen in balans te houden. Omdat termieten veel vocht bevatten door het gras dat ze eten, hoeft de grootoorvos weinig te drinken.
Ondergronds hol
Wanneer grootoorvossen een partner hebben gevonden, blijven ze vaak hun hele leven bij elkaar. Ze leven in een ondergronds hol dat ze zelf hebben gegraven of nemen een verlaten hol over. Het hol heeft meerdere ingangen, tunnels en verschillende kamers.
Ze kunnen er met de hele familie wonen en het biedt voldoende ruimte. Jongen blijven soms één of twee jaar bij de ouders en helpen mee om het volgende nest te verzorgen.
Zelfstandige jongen
Insecten bevatten weinig voedingstoffen. Het zou de ouders teveel energie kosten om voldoende voedsel naar het hol te brengen voor hun jongen. Daarom gaan de jongen al mee op jacht als ze 4 of 5 weken oud zijn. De ouders helpen bij het opgraven van de insecten, maar de jongen moeten ze zelf vangen! Het mannetje en vrouwtje zorgen beiden voor de opvoedingen van hun jongen.